Enorm Karibu gewei
Latijnse naam: Rangifer Tarandus
afmetingen: 60x77x92 hoog
Dit artikel word niet verstuurd, het kan afgehaald of bezorgd worden na overleg
Uitverkocht
Enorm Karibu gewei
Latijnse naam: Rangifer Tarandus
afmetingen: 60x77x92 hoog
Dit artikel word niet verstuurd, het kan afgehaald of bezorgd worden na overleg
Het rendier (Rangifer tarandus) is een zoogdier uit de familie der hertachtigen (Cervidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Cervus tarandus in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus.[2] Rendieren komen in het wild voor in de taiga en toendra van Noord-Europa, het noorden van Azië en Noord-Amerika. Het rendier is lang geleden in Eurazië gedomesticeerd en wordt nog altijd gehouden door de inheemse volkeren van de boreale en arctische zones, onder meer de Saami, Evenken, Nenetsen en Tsjoektsjen. Ze worden gehouden voor hun vlees, hun huid, als trekdier, als rijdier en soms ook voor hun melk.[3] Noord-Amerikaanse rendieren worden veelal kariboe genoemd. In tegenstelling tot andere hertachtigen, dragen zowel de mannelijke als de vrouwelijke dieren een gewei.
Het rendier is een sociaal dier dat zeer grote kuddes kan vormen.[3] Rendieren eten vooral korstmos, dat gevormd wordt door samenleving of symbiose van een schimmel en algen. Als de toendra bedekt is met sneeuw en ijs, weten de dieren dit met hun hoeven te verwijderen om zo dit diepgevroren voedsel te bereiken. De voornaamste vijand van het rendier is de wolf (Canis lupus) die vooral zwakke dieren grijpt.
In mei of juni wordt na een draagtijd van 210 tot 240 dagen één kalf geboren.
Het rendier heeft ogen die aangepast zijn aan de arctische winters. In de donkere winter zorgt het tapetum lucidum ervoor dat de ogen van het dier een andere kleur krijgen. In de zomer reflecteert het tapetum lucidum geel licht, maar onder invloed van de winter weerkaatst het tapetum lucidum blauw licht. De ogen worden daardoor vermoedelijk 1000 tot 10.000 keer gevoeliger voor licht, wat wel ten koste gaat van de scherpte van het zicht.[4][5]
Het rendier is wijdverspreid in het noorden van het holarctisch gebied. Oorspronkelijk werd het dier aangetroffen in Scandinavië, delen van Oost-Europa, Rusland, Mongolië, het noorden van China, Groenland en het noorden van Noord-Amerika. Tegenwoordig is het rendier in vele, voornamelijk zuidelijke gebieden verdwenen. In Noord-Europa wordt de soort nog in het wild aangetroffen in Noorwegen, Finland en Rusland.