Shouldermount europese bison
Latijnse naam: (Bison bonasus)
Afmetingen: 65x102x110 hoog
Staat: In goede conditie, de fotos geven een goede indruk van dit item
€2.000,00 incl. BTW
Shouldermount europese bison
Latijnse naam: (Bison bonasus)
Afmetingen: 65x102x110 hoog
Staat: In goede conditie, de fotos geven een goede indruk van dit item
De wisent, wesende, of Europese bizon (Bison bonasus) is een evenhoevig zoogdier uit de familie van de holhoornigen. Wisenten zijn samen met de Amerikaanse bizon (Bison bison) de twee laatst overgebleven soorten uit het geslacht Bison. De wisent wordt onderverdeeld in twee ondersoorten: de laaglandwisent (Bison bonasus bonasus) en de Kaukasische wisent (Bison bonasus caucasicus). De laatstgenoemde is uitgestorven. Aan het eind van de 15e eeuw was de wisent al zo zeldzaam geworden dat er maatregelen genomen moesten worden in de vorm van jachtrestricties. Dit vertraagde het uitstervingsproces, totdat de soort aan het begin van de 20e eeuw op de rand van uitsterven balanceerde. Dankzij fokprogramma’s, opgezet in het begin van de 20e eeuw, is de wisent voor uitsterven behoed. Het blijft echter een kwetsbare soort.[2] Vrijlevende populaties bevinden zich per mei 2014 weer in Polen, Wit-Rusland, Oekraïne, Rusland, Litouwen, Slowakije, Duitsland en Roemenië.[3].
In Nederland en België worden sinds 1975 kleine halfvrije populaties wisenten gehouden in parken en natuurgebieden.
De wisent staat op Appendix II van de Habitatrichtlijn van de Europese Unie.[4]
Op de Rode Lijst van de IUCN stond de wisent sinds 1966 als bedreigd te boek.[2] Onder de nieuwe criteria van de IUCN, die sinds 2001 van kracht is, staat de soort echter als kwetsbaar geclassificeerd.[1] Daarnaast staat de wisent op de nationale rode lijsten van Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne, landen die buiten de Europese Unie vallen, en staat de soort op Annex III van de Conventie van Bern.[2]
De wisent is een van de grootste zoogdieren die in Europa voorkomt. De wisentstier kan een kop-romplengte van 300 cm bereiken en de koe een kop-romplengte van 270 cm. Mannetjes van zes jaar en ouder kunnen een schouderhoogte van maximaal 188 cm bereiken. Een vrouwtje bereikt een maximale schouderhoogte van 167 cm. Kalveren zijn klein en licht en wegen bij de geboorte 15–35 kg. Het gewicht van vrijlevende wisenten ligt tussen de 436 en 840 kg bij mannetjes en tussen de 340 en 540 kg bij de vrouwtjes.[2] Bij de soort is daarom duidelijk sprake van seksuele dimorfie, wat inhoudt dat de mannetjes en vrouwtjes qua uiterlijk verschillen.[5] Het is een stevig dier met een korte, brede kop en een hoge rug. De romp is relatief kort en is bedekt met ruwe, donkere manen, waardoor het lijkt alsof dit gedeelte van het lichaam het zwaarst is. Vooral bij de stier is dit het geval. De achterkant van het lichaam is slechts met korte haren bedekt. De vacht is roodbruin van kleur, maar variatie in kleurnuances zijn mogelijk. De rui begint aan het eind van de winter of begin van de lente (meestal begin maart). Bij mannetjes duurt de rui gemiddeld 138 dagen en bij het vrouwtje 183 dagen. Beide geslachten dragen hoorns. Kleine stompjes zijn al te zien bij de kalveren.[2]
De wisent is een herkauwer die in bosrijke omgevingen voorkomt. Ze eten vegetatie van de bosbodem, van struiken en bladeren, scheuten en zelfs schors van bomen. Wisenten in het Oerbos van Białowieża vertoonden in het voorjaar en zomer een voorkeur voor kruiden. Vanaf augustus schakelen ze over op scheuten van loofbomen.[2] De bomen die het meest worden ontschorst zijn de zomereik (Quercus robur), haagbeuk (Carpinus betulus), es (Fraxinus excelsior) en fijnspar (Picea abies). Eikels behoren tot het favoriete voedsel van de wisent, maar deze zijn alleen in overvloed aanwezig in mastjaren (om de 6-7 jaar in Białowieża). In het Bieszczady-gebergte blijven ze op grote hoogte in mastjaren van de beuk (Fagus sylvatica), waarin ze beukennootjes eten.[2] Volwassen wisenten eten zo’n 60 kg voedsel per dag.[5]
Volwassen stieren, ouder dan zes jaar, leven solitair of in koppels. Jonge stieren, tussen vier en zes jaar, vormen vrijgezellengroepjes van tussen de twee en acht exemplaren. De volwassen vrouwtjes, twee tot drie jaar oude mannetjes en vrouwtjes en kalveren vormen gemengde groepen variërend van enkele tot tientallen individuen. In bossen zijn de kuddes meestal niet groter dan twintig individuen.[5] Grotere groepen (30-50) worden zelden waargenomen. Vooral in het bronstseizoen bevinden zich ook volwassen stieren in de gemengde groepen. De bronsttijd valt in augustus en september.[2]
Wisenten hebben een gemiddelde draagtijd van 264 dagen. Een koe verlaat de kudde als ze gaat werpen. De meeste kalveren worden geworpen in mei, juni of juli. Na de bevalling kan het kalf na 20 à 45 minuten op eigen benen staan en begint in het eerste uur van zijn leven met zogen. De moeder likt het kalf gelijk na de geboorte schoon. Een wisent krijgt één kalf per worp. Enkele dagen na de geboorte voegen ze zich bij de kudde.[2]